Het is vandaag zonnig en roetkoud – of nou ja, eigenlijk ‘routkold’. Want buiten het #Gronings (en wellicht andere noordelijke streektalen) is deze vorm volgens mij niet erg gebruikelijk.
Maar roet is niet koud, waarom dan roetkoud? In het Gronings heb je ook ‘routdonker’ (pikkedonker). Blijkbaar is de betekenis van ‘rout-’ verbleekt waardoor een voorvoegsel ontstond dat zich bij wijze van versterking ook een andere bijvoeglijk naamwoorden kan hechten (net als bij keihard → kei- → keigoed).