mastodon.nl is part of the decentralized social network powered by Mastodon.
Mastodon voor de Nederlandse community - door de Nederlandse community - in stand gehouden door Stichting Activityclub

Server stats:

4.5K
active users

Learn more

#267
M. Dibdin: Ratking. Uitg. Faber&Faber, 445 blz.

Elf thrillers schreef de Britse auteur Michael Dibdin over en rond de Italiaanse inspecteur Aurelio Zen en ‘Ratking’ (1988) is er de eerste van. Zijn derde, het Vaticaan-mysterie ‘Cabal’ uit 1992, besprak ik hier eerder (#180), vol bewondering en geïntrigeerd door de vraag hoe Dibdin de lezer tot aan de laatste bladzijde aan zijn boek gekluisterd hield.
Dat is in ‘Ratking’ niet anders, al heeft Dibdin er zijn elliptische

vertelvorm (eerste cirkelen rond wat er gebeurd is, dan pas het voorval zelf uit de doeken doen) er nog niet in ontwikkeld. Wel overheersend is een scherp, ironisch inzicht in de eigenaardigheden van de Italiaanse samenleving, vrucht van vier jaar docentschap aan de universiteit van Perugia, waar ook ‘Ratking’ is gesitueerd.
Daar is de stamvader van een groot ondernemersgeslacht ontvoerd en de onderhandelingen over zijn vrijlating willen niet vlotten. Inspecteur Zen ontdekt al snel dat dat

Ger Groot

minder aan de ontvoerders dan aan de familie van de ongelukkige ligt. Zakelijke en persoonlijke intriges compliceren het geval steeds weer opnieuw. Keer op keer lijkt Zen, wiens carrière toch al lijkt te zijn doodgelopen, geconfronteerd te worden met een smadelijke mislukking van zijn missie.
Dibdins Zen-thrillers zijn vooral geroemd om zijn beschrijving, van binnen uit, van de Italiaanse dagelijkse werkelijkheid – ook al schreef hij het merendeel van zijn boeken elders, vooral in de VS. In de

intrige rond de ondernemersfamilie in ‘Ratking’ is moeiteloos de onverwoestbare neiging tot corruptie, machtsmisbruik en cliëntelisme te herkennen dat verbonden is met namen als Berlusconi, Andreotti en vele anderen.
Ook zijn eigen held Aurelio Zen geeft Dibdin een air van omkoopbaarheid mee, althans in schijn en ingezet als onderzoekswapen, niet als doofpot. De man is een brekebeen, maar uiteindelijk toch een strijder voor gerechtigheid in een wereld waarin alles aan handjeklap ondergeschikt

lijkt te zijn gemaakt.
Die botsing tussen deugd en verwording roept gaandeweg enige twijfel op. Hoe realistisch is het beeld dat Dibdin van Italië schetst werkelijk? Hoe groot is daarin het aandeel van het cliché – dat, zoals bekend, nooit helemaal zonder grond is maar ook nooit helemaal waar. Dibdins onderkoelde humor – ‘Het is voor een Italiaan ondenkbaar vrouwen te slaan, tenzij het hun echtgenote betreft’ – beschermt hem tegen al te veel lezersscepsis. Al zal ook die intussen wel
bedenken

dat die ‘wisecrack’ het merendeel van de Italiaanse mannen weinig recht doet.
Zo wankel je als lezer tussen bewondering voor Dibdins inzichten en twijfels over het absolute waarheidsgehalte daarvan. Meeslepend is deze thriller daardoor niet minder. Ook ‘Ratking’ leg je al lezende maar met moeite terzijde, en nog altijd blijft de vraag onbeantwoord hoe Dibdin dat toch voor elkaar krijgt.